Dianne Maas-Flim is oprichter van MINT architecten; een maatschappelijk betrokken architectenbureau dat het verhaal van de plek en de mens centraal stelt. Daarnaast speelt ze een cruciale rol bij de aanpak van de versterkingsopgave in de provincie Groningen, sinds ze in januari 2021 is benoemd tot bouwmeester versterking bij de gemeente Groningen. Ze pleit voor ontwerpkracht bij de versterkingsopgave en nauwe samenwerking met de bewoners, en ze zet zich in voor de ruimtelijke kwaliteit van de dorpen. Kwaliteit en versnellen kunnen hierin samengaan. De pressure cooker van de versterkingsopgave is in haar ogen juist een kans om aan perspectief te werken.
Architectuur heeft in haar ogen impact op hoe we ons voelen en omgaan met de uitdagingen van deze tijd. Door heel goed en onbevooroordeeld te kijken naar de identiteit van een plek, ontstaat een slimme, mensgerichte ontwerpbenadering. Licht, zicht en ruimte zijn essentiële ingrediënten voor menselijk welzijn en haar belangrijke ontwerpwaardes. Zo ontstaat architectuur die recht doet aan het verhaal van de mensen, de plek en die een nieuwe laag toevoegt aan die identiteit. Ruimtes die ons helpen de mensen te zijn die we willen zijn. Omgevingen waar we ons goed in voelen: ontspannen, vrolijk, gezond en geïnspireerd.
‘Door goed te kijken ontdek je altijd mooie dingen.’ Samen met MINT, heeft Maas-Flim vele bijzondere projecten gerealiseerd en wordt zij vaak gevraagd zich uit te spreken op bijeenkomsten, beurzen en in publicaties. Zo ontwikkelde zij een instrument als richtingaanwijzer voor de versterkingsopgave. Het werd gepresenteerd in de zomer van 2022 op de manifestatie Bouw Anders. Een voorbeeld voor het werk van Dianne Maas-Flim met MINT is het gelauwerde project Leermens: een transformatie van een woonhuis in het aardbevingsgebied. Het project werd opgenomen in het Architectuurjaarboek 2019/2020. In dialoog met de bewoner, sensitief voor het verhaal van de plek en met oog voor de omgeving is dit de mooiste conclusie van een Gronings verhaal: van schade naar schoonheid.